In gesprek met Frank van der Mijn
Frank is een zeer ervaren coach. Naast zijn rol als docent bij Vista Nova, is hij ook op strategisch niveau met loopbaancoaching bezig bij een universiteit. Frank is al ruim 20 jaar bekend met de methode Hoogendijk en wil graag net als de andere docenten van Vista Nova, een bijdrage leveren aan een hoog niveau van onderwijs. Naast de docenten die zich meer focussen op het aanleren van methoden en technieken, richt Frank zijn aandacht als docent meer op het aanleren van coachvaardigheden en op de relatie binnen het coachingstraject. Het is volgens Frank reuze boeiend wat je als coach allemaal tegen kunt komen in het contact met je coachees.
Je hebt een brede achtergrond. Afgestudeerd als cultureel antropoloog en bioloog en nu loopbaancoach.
‘Ja, dat klopt. Ik ben een generalist en vind veel dingen interessant. Vroeger hield ik niet zo van mensen dacht ik, maar later ontdekte ik dat dat niet klopte. Alhoewel antropologie ook veel met mensen te maken heeft natuurlijk. Met mijn brede ervaring kan ik over veel onderwerpen meepraten, kan ik coachees vanuit meerdere perspectieven benaderen en me vaak goed in ze verplaatsen.’
Ik hield vroeger helemaal niet van mensen
Wat vind je nu dan zo leuk aan werken met mensen?
‘Een coachee heeft een werkgerelateerde vraag, waarvan hij denkt deze zelf niet op te kunnen lossen, zeker als het om loopbaankeuzes gaat. Achter die vraag gaat een hele wereld schuil. Je kunt met hem of haar in gesprek gaan en onderzoeken hoe cv, vaardigheden en de arbeidsmarkt samenkomen en welk werk dus past. Dat noemen we matching. Maar daar gaat het juist niet om bij coaching volgens de methode Hoogendijk, waar we bij Vista Nova mee werken. Daar proberen we te achterhalen wat iemand echt wil met zijn leven. Waar staat iemand nu en waarom lukt het nemen van de volgende stap niet goed? Deze vragen krijgen uitgebreid de aandacht. Het antwoord weet ik zelf als coach natuurlijk ook niet. Dat maakt het vak zo leuk! En het gaat ook niet om mijn antwoord. Waar het wel om gaat is: ‘Helping cliënts help themselves’. Wat wil iemand zelf echt het liefst? Dat is soms lastig voor een coachee om te achterhalen of om toe te laten, bijvoorbeeld vanwege een hypotheek, een gezin en andere zogenaamde ‘zekerheden’. Dit is ook heel begrijpelijk. Toch kan het nodig zijn om die wensen en drijfveren boven water te krijgen en te koppelen aan talenten en vaardigheden, en zeker ook de realiteit. Het enige doel is dat de ander met energie de volgende stap in zijn loopbaan kan zetten.’
En hoe doe je dat dan?
‘Drijfveren en wensen onderzoeken, opgebouwde kennis en vaardigheden in kaart brengen; inzoomen op overtuigingen, normen en waarden die je tegenhouden of juist ruimte geven om te doen wat bij je past; en vervolgens de ideale route in kaart brengen en helpen concretiseren in de echte wereld. Maar feitelijk gaat het om het doen van de juiste interventies, waarmee je het ontwikkelingsproces van de ander faciliteert. Dat is in essentie wat een coach doet en dat leer je tijdens de opleiding.’
Het gaat erom dat je als coach de doelgroep kunt bedienen, die het beste bij je past
Wat maakt volgens jou een coach een goede coach?
‘Een goede coach is iemand die over zelfkennis beschikt. En zijn eigen valkuilen en talenten kent. Het is uiterst belangrijk je eigen processen zelf te kunnen onderscheiden in relatie tot het proces van de ander. Vaak spelen overdracht, tegenoverdracht en projectie een grote rol in het coachproces. Verder zou je van elke interventie moeten weten waarom je deze inzet. Je maakt een afweging of het van toegevoegde waarde is voor de coachee. Ook moet je nieuwsgierig zijn naar wat er kan gebeuren, want de uitkomst weet je van te voren niet.’
Je bent ook executive coach, wat is dat precies?
‘Dat is een coach voor mensen die een hogere hiërarchische positie bekleden binnen een organisatie. Directeuren, bestuurders en seniors die binnen een grotere invloedsfeer opereren met veel verantwoordelijkheid. Zij hebben te maken met sturingsprocessen, politiek spel en complexiteit. Het is voor mij een uitdaging om ze te ondersteunen in hun vitaliteit en prestaties. Er komt veel op hen af en het is vaak eenzaam aan de top. Het is niet zo dat je een betere coach bent wanneer je het topniveau van organisaties coacht. Het gaat erom dat je als coach de doelgroep kunt bedienen die het beste bij je past. Je moet kunnen aansluiten bij de belevingswereld van de coachee en de omgeving waarin iemand opereert snappen.’
En kun je nog iets vertellen over loopbaancoaching op strategisch niveau?
‘Coaching is vaak 1-op-1, maar de coachee is feitelijk onderdeel van een groter geheel, één of zelfs meerdere systemen. Die beïnvloeden de situatie en de vraag van de coachee. Als je die niet meeneemt in je begeleiding, mis je relevante informatie; voor de coachee, maar vaak ook voor de organisatie zelf. Organisaties hebben altijd te maken met veranderingen en soms moeten hele groepen medewerkers ‘mobiliseren’ in het kader van organisatieveranderingen. Dan helpt het als je coaching ook als strategisch instrument kunt inzetten, gericht op ontwikkeling van medewerkers, maar ook op de organisatie als geheel.’
Het valt me op dat veel loopbaancoaches ouder dan 40-45 jaar zijn? Waarom is dat zo?
‘Ik denk ten eerste omdat de meeste mensen pas later in hun loopbaan de wens ontwikkelen om anderen te willen begeleiden. Een oudere coach heeft meer levenservaring in huis en dat kan van toegevoegde waarde zijn voor de coachee. Tenminste, als je je ervaringen in leven en werken (ook tegenslag) vruchtbaar hebt weten te maken. Senioriteit wordt in het algemeen onderschat: ouderen worden vaak gezien als duur, stug en ouderwets. Hun toegevoegde waarde kan echter schuilen in die ervaringsdeskundigheid. Maar ook weet je als oudere dat het leven betrekkelijk en minder maakbaar is dan je dacht. Dat relativeert en kan waardevol zijn om gehoord te worden.’
Wat wil je als laatste nog meegeven?
‘Durf het niet te weten en ontdek. Wanneer je het willen weten loslaat en het veld open is, kan er van alles ontstaan. Dan creëer je echt ruimte.’